Geadopteerde lammetjes

Marie, onze hulp in de keuken, is de schapenboerin van Pourchery. In de grote schuur bij ons om de hoek heeft ze 300 schapen, waarvan 200 zwangeren! Sinds 3 weken is het er een drukte van belang: per dag worden er zo’n 6 à 10 lammetjes geboren. En dit jaar is het heel bijzonder; er zijn veel tweelingen. De meeste éen klassiek, wit lammetje, en éen bruine met een witte kop. En dat gaat helaas ook wel eens mis. Moeder verstoot een kleintje, of heeft niet genoeg melk. Met Inèz, onze stagiaire, heeft Therese nu 3 lammetjes “geadopteerd”. Ze worden met de fles opgevoed, en staan samen in een hokje. Elke dag 4 x een flesje geven. Eerst is dat natuurlijk tobben, want ze snappen het niet. Maar algauw blijkt die flessenmelk toch best wel prima te smaken, en staan ze alle drie luid te blaten als we de schuur in komen. Inmiddels hebben ze een naam en beschouwen ze ons als hun moeder. Zodra we de stal in komen, komen ze aangehold, en ze lopen als hondjes achter ons aan. De fles is in no time leeg, en dan wordt er gehuppeld en gesnuffeld aan het hooi. Volgende week mogen ze de wei in! We verheugen ons erop om ze daar dan te zien. We weten zéker dat ze aan komen hollen als we roepen: “Moquette”, “Brownie”, “Flocon”. Lief zijn ze hè?

Geadopteerde lammetjes

Marie, onze hulp in de keuken, is de schapenboerin van Pourchery. In de grote schuur bij ons om de hoek heeft ze 300 schapen, waarvan 200 zwangeren! Sinds 3 weken is het er een drukte van belang: per dag worden er zo’n 6 à 10 lammetjes geboren. En dit jaar is het heel bijzonder; er zijn veel tweelingen. De meeste éen klassiek, wit lammetje, en éen bruine met een witte kop. En dat gaat helaas ook wel eens mis. Moeder verstoot een kleintje, of heeft niet genoeg melk. Met Inèz, onze stagiaire, heeft Therese nu 3 lammetjes “geadopteerd”. Ze worden met de fles opgevoed, en staan samen in een hokje. Elke dag 4 x een flesje geven. Eerst is dat natuurlijk tobben, want ze snappen het niet. Maar algauw blijkt die flessenmelk toch best wel prima te smaken, en staan ze alle drie luid te blaten als we de schuur in komen. Inmiddels hebben ze een naam en beschouwen ze ons als hun moeder. Zodra we de stal in komen, komen ze aangehold, en ze lopen als hondjes achter ons aan. De fles is in no time leeg, en dan wordt er gehuppeld en gesnuffeld aan het hooi. Volgende week mogen ze de wei in! We verheugen ons erop om ze daar dan te zien. We weten zéker dat ze aan komen hollen als we roepen: “Moquette”, “Brownie”, “Flocon”. Lief zijn ze hè?